Getuigenissen volwassenen

De onderliggende oorzaken van naaktlopen

Jeroen* is een 25-jarige man die zich in het verleden enkele malen heeft bezondigd aan exhibitionisme, naaktlopen dus. Om hem van dat gedrag af te helpen, wordt hij doorverwezen naar het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg.

Jeroen heeft een verleden in de geestelijke gezondheidszorg. Hij werd eerder al verschillende keren (gedwongen) opgenomen in de psychiatrie. De psychiater beschrijft een autistisch en psychotisch toestandsbeeld met schizofrene en paranoïde kenmerken. Hij werd in het verleden ook meermaals veroordeeld voor rijden onder invloed, stalking en agressie. Sinds 2013 is hij geïnterneerd omwille van een ernstig agressie-incident onder invloed van cocaïne. Op het moment van aanmelding bij het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg wordt hij opgevolgd door een mobiel psychiatrisch team.

Jeroen wordt aangemeld nadat hij zich twee keer naakt liet zien in het bijzijn van anderen. Eén keer ten aanzien van de poetsvrouw van het appartementsgebouw waar hij woont, een andere keer ten aanzien van een begeleidster van het mobiel team. Hijzelf verwoordt dat zijn geslachtsdeel in beide gevallen per ongeluk uit zijn boxershort hing.

Stap richting het CGG

Jeroen vindt het niet fair dat de psychiater hem onder druk zet om begeleiding te volgen bij het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg. Doet hij dat niet, dan bestaat de kans dat hij terug naar de gevangenis moet of opgenomen wordt. In eerste instantie blijft hij erbij dat hij niet seksueel opgewonden was op het moment van de feiten, dat hij geen verkeerde intentie had, en dat de fout minstens ook gedeeltelijk bij de anderen ligt. Hij vindt dat hij al een hele weg heeft afgelegd. Hij gebruikt geen drugs meer, er zijn geen agressie-incidenten meer geweest, hij houdt zich aan de regels.

Inzicht in eigen gedrag

In een tweede fase wordt uitleg gegeven over wat exhibitionisme is, waarom het strafbaar is en wat de impact kan zijn voor slachtoffers. Doorheen de gesprekken ziet hij ook in dat ze waarschijnlijk geschrokken zijn. In de dialoog over seksuele motieven die meespelen in het plegen van exhibitionisme, verwoordt Jeroen dat hij niet graag een erectie heeft. Het krijgen van een erectie is iets wat hem telkens opnieuw uit het niets overvalt, en waarbij hij zich heel ongemakkelijk voelt. Hij verwoordt zich ook heel ongemakkelijk te voelen tijdens het douchemoment na de baskettraining, in die zin dat hij zich bekeken voelt door de anderen. Daarom stopte hij enkele maanden eerder met basketten.

Naarmate de gesprekken met Jeroen vorderen, sijpelt het besef binnen dat anderen door zijn exhibitionistisch gedrag geschrokken zijn, en dat het zijn verantwoordelijkheid is om dat te voorkomen. Hij is bereid om zich te verontschuldigen. Bovendien beseft hij dat het onbehaaglijk gevoel van zich bekeken te voelen en het krijgen van een erectie mee aan de basis ligt van zijn agressie- en drugprobleem in het verleden.

Terug aanknopen met dagelijks leven

Jeroen leeft een teruggetrokken bestaan en vermijdt liefst contact met anderen. Op vraag van Jeroen bekijkt de CGG-psycholoog samen met hem hoe hij de draad van zijn hobby terug zou kunnen opnemen. Op welke manier hij zou kunnen omgaan met de kleedkamersituaties die voor hem heel moeilijk zijn. Of het nodig of wenselijk zou zijn om de trainer in vertrouwen te nemen. En vooral, hoe hij kan omgaan met situaties waarin de blikken op hem gericht zijn.

Later komen ook andere vragen aan bod. Hoe kan Jeroen zijn studies hervatten? En nog later: hoe kan hij ergens aan de slag gaan?

Vier jaar later

We zijn ondertussen vier jaar verder. Jeroen blijft de nood ervaren om af en toe te komen spreken, dat gebeurt een keer om 6 tot 8 weken. Het gaat dan over heel concrete situaties die zich voordoen of hebben voorgedaan, waarin hij zich onzeker en angstig voelde. De gesprekken bieden houvast. Om de drie maanden gaat hij naar zijn psychiater. Enkele maanden geleden werd de interneringsmaatregel stopgezet. Toch lijkt het hem zinvol om de begeleiding nog niet helemaal af te ronden.

Jeroen verhuist binnenkort naar een ruimer appartement, en hij heeft net promotie gemaakt op zijn werk. Hij heeft ondertussen een vriendin. De relatie gaat vrij goed. Bovendien heeft hij het basketten terug opgepikt. Er was geen herval in exhibitionisme, drugsfeiten noch agressie.

*Jeroen is niet de echte naam van de cliënt

 

Kortere behandelduur geeft ruimte om ernstige psychiatrische stoornissen intensief te behandelen

Een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) biedt hooggespecialiseerde zorg bij matig tot zeer ernstige problemen. De focus ligt op gespecialiseerde behandeling op maat. Vooruitgang van de persoon in behandeling is hierbij een belangrijke voorwaarde. Dat blijkt ook uit onderstaand verhaal van Sofia* die na een mislukte suïcidepoging in behandeling gaat bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg.

Het overgrote merendeel van de personen die in behandeling gaan bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg worden doorverwezen door een andere zorgverlener. Zo ook Sofia. Na een mislukte suïcidepoging wordt ze bij het CGG aangemeld door haar huisarts. Tussen de aanmelding en de behandeling in het CGG volgde een korte begeleiding door het mobiel crisisteam. Voor de suïcidepoging was de vrouw al eerder in behandeling bij een psychiater die de diagnose bipolaire stoornis stelde.

In een eerste fase probeert de psycholoog in het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg een vertrouwensrelatie op te bouwen met de zeer gesloten, verwarde en wantrouwige Sofia: “Dat was niet evident. Gedurende maanden bleef de cliënt acuut suïcidaal. Constante bewaking is nodig. Doorheen de begeleiding wordt duidelijk dat Sofia zwaar getraumatiseerd is met een complexe persoonlijkheidsontwikkeling tot gevolg. Extra aandachtspunt is het feit dat zij recent gescheiden is, en tevens ook moeder is van een jong kind. Voor het kind is er overigens gedurende het verdere behandeltraject aandacht. Gelet op al deze feiten komt er naast de psychotherapie, ook psychiatrische opvolging binnen het CGG.”

Aanvankelijk kan de vrouw het spanningsniveau tijdens een volledige sessie vaak niet aan, waardoor sessies vroegtijdig worden afgebroken. “Een open houding, voorspelbaarheid, vertrouwen, mildheid en humor van de therapeut hielpen om een werkbare therapeutische relatie op te bouwen,” aldus de CGG-medewerker. “Er wordt op zoek gegaan naar krachten en hulpbronnen bij Sofia. Zo blijkt zij over een uitzonderlijk creatief talent te beschikken, wat helpt om thema’s aan te brengen waarvoor woorden nog te direct zijn.”

“Na een jaar kan Sofia steeds makkelijker haar ervaringen uiten. Het wordt duidelijk dat ze bijna constant aan het lijden is: waanbeelden, hallucinaties en dissociatieve ervaringen zijn haar dagelijkse realiteit. Het zijn symptomen die het gevolg zijn van het opgroeien binnen een schadelijke gezinscontext met een narcistische moeder en een alcoholverslaafde vader. Er kan nu met de vrouw gesproken worden over haar complexe trauma’s en de gevolgen hiervan op de ontwikkeling van de identiteit.”

Met tijd, moeite en veel psycho-educatie durft Sofia toch stappen te zetten, ondanks het feit dat een groot deel van zichzelf niet met het trauma aan de slag wil. “Maar de lange duur van de therapie –  inmiddels meer dan tweeëneenhalf jaar –, de intensiteit (twee sessies per week vanaf het 2de jaar), de voorspelbaarheid en openheid van de therapeutische positie blijken te helpen. De training in ‘vaardigheden in het omgaan met traumagerelateerde dissociatie’, EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) en lichaamsgerichte technieken bewijzen hun nut.”

Na bijna drie jaar durft Sofia veel meer dan vroeger in contact te komen met haar innerlijke wereld van ervaringen, gevoelens en gedachten en erkent ze steeds meer het bestaan van verdriet, pijn en kwaadheid. De behandeling zal nog veel tijd vragen om de vrouw verder te helen en zichzelf als geheel te leren kennen, maar de goede weg lijkt definitief ingeslagen.

*Sofia is niet de echte naam van de cliënt

 

Kortdurende behandeling gidst je langsheen bloemen en stenen uit het verleden

In een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) kunnen mensen terecht die in hun leven zware, schokkende en traumatische gebeurtenissen hebben doorgemaakt. In zulke gevallen is NET een geschikte therapievorm. NET staat voor Narratieve Exposure Therapie.

De NET-behandeling werd ontwikkeld voor mensen met een posttraumatische stressstoornis, en specifiek voor mensen die meervoudige, complexe trauma’s meemaakten. De CGG-psycholoog getuigt: “Bij NET leg ik samen met de cliënt een levenslijn. Die levenslijn visualiseer ik door een touw te ontrollen, met daarop bloemen voor de positieve gebeurtenissen of periodes, en stenen voor de zware, schokkende of traumatische gebeurtenissen of periodes. Op basis van die levenslijn maken we een ‘routemap’ van specifieke situaties die we samen chronologisch doorlopen. Het chronologisch werken is belangrijk om gebeurtenissen opnieuw te verankeren in het ‘toen en daar’, en de gevoelsmatige scheiding met het ‘hier en nu’ helder te krijgen.”

Tijdens de NET-sessie krijgt de cliënt een heleboel vragen om het gesprek aan te gaan over de vorige levensperiodes. Vooral bij de schokkende ervaringen wordt uitgebreid stilgestaan. “We schenken veel aandacht aan enerzijds de ‘warme beleving’: gevoelens, gedachten, lichamelijke gewaarwording op dat moment, en anderzijds de ‘koude elementen’ van de context: de datum, wie aanwezig was, de plaats, de kledij…”

Na de sessie werkt de CGG-psycholoog verder op het gesprek: “Ik schrijf uit wat er allemaal verteld werd, en maak er een verhaal van. De volgende sessie lees ik dat verhaal voor aan de cliënt, en wordt er dus opnieuw (op een andere manier) aan ‘exposure’ gedaan. De cliënt wordt wederom, maar op een andere manier blootgesteld aan de emoties van toen.”

Wat zegt de cliënt?

Cecile* werd in CGG Andante behandeld aan de hand van NET-behandeling: “Ik ben begonnen met NET omdat mijn klachten over mijn posttraumatische stressstoornis te zwaar werden. NET is een tikje anders dan reguliere therapie omdat er ook wordt stilgestaan bij positieve ervaringen, wat het proces voor mij makkelijker maakt. Het blijft evenwel heel zwaar. Bij mij zijn bijvoorbeeld mijn trauma’s omtrent partnergeweld moeilijker om te verwerken dan andere trauma’s. Nadien heb ik veel nachtmerries waarin ik mijn ervaringen herbeleef. Bepaalde situaties zijn dankzij NET nu echter een stuk verder weg. Ze manifesteren zich niet meer voortdurend op de voorgrond waardoor het mijn dagelijks leven minder beperkt.”

* Cecile is niet de echte naam van de cliënt