Kortere behandelduur geeft ruimte om ernstige psychiatrische stoornissen intensief te behandelen

Een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) biedt hooggespecialiseerde zorg bij matig tot zeer ernstige problemen. De focus ligt op gespecialiseerde behandeling op maat. Vooruitgang van de persoon in behandeling is hierbij een belangrijke voorwaarde. Dat blijkt ook uit onderstaand verhaal van Sofia* die na een mislukte suïcidepoging in behandeling gaat bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg.

Het overgrote merendeel van de personen die in behandeling gaan bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg worden doorverwezen door een andere zorgverlener. Zo ook Sofia. Na een mislukte suïcidepoging wordt ze bij het CGG aangemeld door haar huisarts. Tussen de aanmelding en de behandeling in het CGG volgde een korte begeleiding door het mobiel crisisteam. Voor de suïcidepoging was de vrouw al eerder in behandeling bij een psychiater die de diagnose bipolaire stoornis stelde.

In een eerste fase probeert de psycholoog in het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg een vertrouwensrelatie op te bouwen met de zeer gesloten, verwarde en wantrouwige Sofia: “Dat was niet evident. Gedurende maanden bleef de cliënt acuut suïcidaal. Constante bewaking is nodig. Doorheen de begeleiding wordt duidelijk dat Sofia zwaar getraumatiseerd is met een complexe persoonlijkheidsontwikkeling tot gevolg. Extra aandachtspunt is het feit dat zij recent gescheiden is, en tevens ook moeder is van een jong kind. Voor het kind is er overigens gedurende het verdere behandeltraject aandacht. Gelet op al deze feiten komt er naast de psychotherapie, ook psychiatrische opvolging binnen het CGG.”

Aanvankelijk kan de vrouw het spanningsniveau tijdens een volledige sessie vaak niet aan, waardoor sessies vroegtijdig worden afgebroken. “Een open houding, voorspelbaarheid, vertrouwen, mildheid en humor van de therapeut hielpen om een werkbare therapeutische relatie op te bouwen,” aldus de CGG-medewerker. “Er wordt op zoek gegaan naar krachten en hulpbronnen bij Sofia. Zo blijkt zij over een uitzonderlijk creatief talent te beschikken, wat helpt om thema’s aan te brengen waarvoor woorden nog te direct zijn.”

“Na een jaar kan Sofia steeds makkelijker haar ervaringen uiten. Het wordt duidelijk dat ze bijna constant aan het lijden is: waanbeelden, hallucinaties en dissociatieve ervaringen zijn haar dagelijkse realiteit. Het zijn symptomen die het gevolg zijn van het opgroeien binnen een schadelijke gezinscontext met een narcistische moeder en een alcoholverslaafde vader. Er kan nu met de vrouw gesproken worden over haar complexe trauma’s en de gevolgen hiervan op de ontwikkeling van de identiteit.”

Met tijd, moeite en veel psycho-educatie durft Sofia toch stappen te zetten, ondanks het feit dat een groot deel van zichzelf niet met het trauma aan de slag wil. “Maar de lange duur van de therapie –  inmiddels meer dan tweeëneenhalf jaar –, de intensiteit (twee sessies per week vanaf het 2de jaar), de voorspelbaarheid en openheid van de therapeutische positie blijken te helpen. De training in ‘vaardigheden in het omgaan met traumagerelateerde dissociatie’, EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) en lichaamsgerichte technieken bewijzen hun nut.”

Na bijna drie jaar durft Sofia veel meer dan vroeger in contact te komen met haar innerlijke wereld van ervaringen, gevoelens en gedachten en erkent ze steeds meer het bestaan van verdriet, pijn en kwaadheid. De behandeling zal nog veel tijd vragen om de vrouw verder te helen en zichzelf als geheel te leren kennen, maar de goede weg lijkt definitief ingeslagen.

*Sofia is niet de echte naam van de cliënt